Actueel


Baumgardt Strafcassatie Advocatuur



We houden u graag op de hoogte over de ontwikkelingen binnen
het straf(cassatie)recht.








Neem vrijblijvend contact op


Ermelose chaletmoord en niet-ondervraagde getuigen



14 januari 2021 - In de ‘Ermelose chaletmoord’ heeft in maart 2014 de brandweer een melding gekregen om naar een bungalowpark in Ermelo te gaan waar een bungalow (‘chalet’) in brand zou staan. De brandweer treft in de bungalow het stoffelijk overschot aan van een slachtoffer die al eerder door zijn familie als vermist was opgegeven. Onderzoek wijst uit dat hij door geweld om het leven is gekomen en dat de bungalow in brand is gestoken. A, de zus van de verdachte (X), is onder meer veroordeeld wegens het van het leven beroven van het slachtoffer. B en C zijn veroordeeld in verband met het in brand steken van het chalet en de poging tot het verbranden van een lijk met het oogmerk om het feit of de oorzaak van het overlijden te verhelen. X, de verdachte waar het hier om gaat, is veroordeeld wegens medeplichtigheid aan de door B en C begane feiten.

Het hof heeft bewezen verklaard dat de verdachte zijn auto ter beschikking heeft gesteld om B en C in de gelegenheid te stellen zich te verplaatsen naar/van de bungalow en dat hij aan hen een jerrycan gevuld met benzine beschikbaar heeft gesteld. Als bewijsmiddelen heeft het hof verklaringen van B en C voor het bewijs gebruikt.

X heeft het tenlastegelegde ontkend en heeft getracht B en C als getuigen te horen. Omdat B en C medeverdachten waren konden zij een beroep doen op hun verschoningsrecht, hetgeen zij ook hebben gedaan. In hoger beroep is betoogd dat de verdediging geen adequate mogelijkheid heeft gehad de getuigen te horen, zodat de eerder door hen bij de politie voor X belastende verklaringen voor het bewijs moeten worden uitgesloten. Omdat onvoldoende (ander) bewijs tegen X voorhanden is moet X worden vrijgesproken.

Het hof heeft het verweer verworpen en daartoe gesteld dat hij de verklaringen van B en C betrouwbaar acht. Het hof geeft daartoe aan dat deze ook zichzelf, in veel grotere mate dan verdachte, hebben belast. In dat licht is er voor hen geen reden om de rol van verdachte groter te maken dan die in werkelijkheid was. Hun verklaringen ondersteunen elkaar en ze worden bovendien op meerdere punten ondersteund.'

In cassatie is vervolgens dat oordeel aangevallen.

In hoger beroep en in cassatie is een beroep gedaan op de zgn. ‘Vidgen’ jurisprudentie. In overeenstemming met het advies van advocaat-generaal F.W. Bleichrodt herhaalt de Hoge Raad vervolgens dat een behoorlijke en effectieve mogelijkheid tot ondervraging van een getuige ontbreekt in de situatie dat een getuige zich van het geven van een getuigenis of van het beantwoorden van bepaalde vragen verschoont op grond van een daartoe door de wet gegeven bevoegdheid en de getuige dientengevolge weigert antwoord te geven op de vragen die de verdediging hem stelt of doet stellen.
Een door de getuige afgelegde verklaring kan wel voor het bewijs worden gebruikt mits is voldaan aan de eisen van een eerlijk proces, in het bijzonder doordat de bewezenverklaring niet in beslissende mate op die verklaring wordt gebaseerd dan wel - indien de bewezenverklaring wel in beslissende mate op die verklaring wordt gebaseerd - het ontbreken van een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om de desbetreffende getuige te ondervragen in voldoende mate wordt gecompenseerd.

Voor de beantwoording van de vraag of de bewezenverklaring in beslissende mate steunt op de verklaring van een, ondanks het nodige initiatief daartoe, niet door de verdediging ondervraagde getuige, is van belang in hoeverre die verklaring steun vindt in andere bewijsmiddelen. Het benodigde steunbewijs moet dan wel betrekking hebben op die onderdelen van de hem belastende verklaring die de verdachte betwist. Of dat steunbewijs aanwezig is, wordt volgens de Hoge Raad mede bepaald door het gewicht van de verklaring van deze getuige in het licht van de bewijsvoering als geheel.

In de uitspraak van 12 januari 2021 geeft de Hoge Raad vervolgens aan dat dit steunbewijs niet (mede) kan worden gevonden in een verklaring van een andere getuige die door de verdediging evenmin kon worden ondervraagd. Indien de bewezenverklaring (mede) berust op verklaringen van meerdere getuigen die door de verdediging niet konden worden ondervraagd, dient het hiervoor bedoelde steunbewijs te worden gevonden in andere bewijsmiddelen dan die verklaringen.
Omdat in deze zaak het hof had aangegeven dat steunbewijs voor een verklaring van een getuige die door de verdediging niet kon worden ondervraagd, (mede) kon worden gevonden in een verklaring van een andere getuige die door de verdediging evenmin kon worden ondervraagd, hetgeen onjuist is, heeft de Hoge Raad het arrest vernietigd.

Het arrest is een vervolg op eerdere jurisprudentie. De Hoge Raad onderstreept hiermee het belang van een eerlijk proces voor een verdachte. Het hof zal de zaak opnieuw dienen te behandelen en de verdediging in staat te stellen de getuigen te horen. Omdat de cassatieberoepen van B en C door de Hoge Raad zijn verworpen en de uitspraken daarmee onherroepelijk zijn geworden, zal een eventueel beroep op een verschoningsrecht hoogstwaarschijnlijk door het hof worden afgewezen.

Het arrest is hier te raadplegen.







Terug naar overzicht



Plaats een bericht


CAPTCHA Image


Contact


Baumgardt Strafcassatie Advocatuur
Vasteland 78
3011 BN Rotterdam

Telefoon: 010 3100 270
Fax: 010 3100 274

E-mail: info@bacas.nl
E-mail mr. Baumgardt: baumgardt@bacas.nl
E-mail mr. Van Berlo: vanberlo@bacas.nl

KvK: 68913176
BTW: 857644907B01
Bank: NL76ABNA0247440663

Route


Tweets