Uit de door het hof gebruikte bewijsmiddelen volgt dat verdachte het telefoonnummer van zijn ex heeft opgezocht en toen op de advertentie is gestuit en dat verdachte heeft verklaard dat hij deze informatie heeft verspreid, omdat hij zich zorgen maakte over zijn kinderen. Aangevoerd is dat uit de bewijsmiddelen kennelijk volgt dat verdachte ervan uitging dat de tenlastegelegde feiten waarheid waren.
Advocaat-generaal Vegter concludeerde op 23 april 2019 dat het arrest niet in stand kon blijven, zodat de Hoge Raad het arrest dient te vernietigen. Deze conclusie is besproken in de eerdere blog van 25 april 2019.
Inmiddels is op 18 juni jl. door de Hoge Raad arrest gewezen in bovengenoemde zaak. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en de zaak teruggewezen naar het gerechtshof in Den Haag. De Hoge Raad overwoog dat het oordeel van het hof, dat bij verdachte sprake was van wetenschap dat de uitlatingen van de verdachte in strijd met de waarheid waren, niet voldoende met redenen is omkleed, zodat het bestreden arrest niet in stand kan blijven.
Het arrest van de Hoge Raad is
hier te lezen.