Actueel


Baumgardt Strafcassatie Advocatuur



We houden u graag op de hoogte over de ontwikkelingen binnen
het straf(cassatie)recht.








Neem vrijblijvend contact op


Ontneming zonder opgave van bewijsmiddelen?



In een strafzaak zal de uitspraak onder meer de bewezenverklaring moeten bevatten, maar ook de bewijsmiddelen waarop de bewezenverklaring wordt gebaseerd. Ook in een uitspraak waarin een ontnemingsmaatregel wordt opgelegd, zullen de bewijsmiddelen moeten worden genoemd waarop de maatregel wordt gebaseerd. Dit blijkt in de praktijk niet altijd op de juiste wijze te gebeuren.

Het Openbaar Ministerie baseert de vordering vaak op een proces-verbaal, waarin verbalisanten aan de hand van verklaringen, bankafschriften en andere stukken, een berekening hebben gemaakt van het geschatte voordeel. Een dergelijk rapport is doorgaans zo ingericht dat daarin onder verwijzing naar of samenvatting van aan de inhoud van andere wettige bewijsmiddelen ontleende gegevens gevolgtrekkingen worden gemaakt omtrent de verschillende posten die door de opsteller(s) van het rapport aan het totale wederrechtelijk verkregen voordeel ten grondslag worden gelegd.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat in beginsel geen rechtsregel eraan in de weg staat om de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel uitsluitend op de inhoud van een financieel rapport als zojuist bedoeld te doen berusten, tenzij door of namens de betrokkene zo’n conclusie wel voldoende gemotiveerd is betwist. In dat geval zal de rechter in zijn overwegingen met betrekking tot die schatting moeten motiveren op grond waarvan hij - ondanks hetgeen door of namens de betrokkene tegen die conclusie en de onderliggende feiten en omstandigheden is aangevoerd - die gevolgtrekking aanvaardt. Indien de rechter de aan het financieel rapport of aan andere wettige bewijsmiddelen ontleende feiten en omstandigheden, die hij bij zijn oordeel daaromtrent betrekt en die redengevend zijn voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel, in de overwegingen (samengevat) weergeeft onder nauwkeurige vermelding van de vindplaatsen daarvan, is aan de wettelijke verplichting voldaan.

Onlangs is in een cassatie zaak aangevoerd dat het hof, die in die zaak niet een dergelijk rapport als (enig) bewijsmiddel had gehanteerd, maar zelf allerlei berekeningen heeft opgevoerd zonder de bewijsmiddelen aan te duiden waarop het hof die berekeningen had gebaseerd, niet voldaan had aan de eis die bewijsmiddelen aan te duiden. In zijn conclusie van 12 juni 2018 adviseert Advocaat-Generaal mr. Hofstee de Hoge Raad de uitspraak te vernietigen, nadat hij zelf nog wel een poging had ondernomen om in het dossier zelf de bewijsmiddelen te zoeken die het hof mogelijk voor ogen heeft gehad.

De conclusie van mr. Hofstee is hier te raadplegen.
Op dezelfde dag, 12 juni 2018, heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een andere zaak. In deze zaak heeft het hof een ontnemingsbeslissing van de politierechter bevestigd. Deze beslissing bevatte niet de bewijsmiddelen waarop de beslissing was gebaseerd. In hoger beroep betwiste de verdediging de juistheid van de aan de vordering ten grondslag gelegde berekening. De Hoge Raad bevestigde dat de schatting van het op geld waardeerbare wederrechtelijk verkregen voordeel slechts kan worden ontleend aan wettige bewijsmiddelen. Dit geldt ook voor de procedure in hoger beroep. Dat betekent dat die uitspraak de bewijsmiddelen moet vermelden waaraan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ontleend met weergave van de inhoud daarvan, voor zover bevattende de voor die schatting redengevende feiten en omstandigheden.

Indien het hof een mondeling vonnis dat in het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg is aangetekend en dat wat betreft de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen verwijst naar het proces-verbaal van de terechtzitting en/of andere processtukken, bevestigt, is hij in beginsel niet gehouden de inhoud van die stukken alsnog in zijn uitspraak op te nemen. Dit lijdt evenwel uitzondering indien ter terechtzitting van de meervoudige kamer in hoger beroep door de betrokkene of zijn raadsman de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel die ten grondslag ligt aan de vordering van het openbaar ministerie is betwist en in verband daarmee gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering is bepleit.

In dat geval dient bevestiging te geschieden met aanvulling van gronden, dus met opneming van de (uitgewerkte) inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen in het arrest. Dat houdt in dat de feiten of omstandigheden die redengevend zijn geacht voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel, moeten zijn vervat in de door het hof gebezigde en in zijn arrest weergegeven bewijsmiddelen. Indien zij niet in die bewijsmiddelen zijn vermeld, moet het hof met voldoende mate van nauwkeurigheid (a) die feiten of omstandigheden aanduiden, en (b) het wettige bewijsmiddel of de wettige bewijsmiddelen aangeven waaraan die feiten of omstandigheden zijn ontleend.

Omdat dit niet was gedaan heeft de Hoge Raad de uitspraak vernietigd.

Klik hier voor het arrest.







Terug naar overzicht



Plaats een bericht


CAPTCHA Image


Contact


Baumgardt Strafcassatie Advocatuur
Vasteland 78
3011 BN Rotterdam

Telefoon: 010 3100 270
Fax: 010 3100 274

E-mail: info@bacas.nl
E-mail mr. Baumgardt: baumgardt@bacas.nl
E-mail mr. Van Berlo: vanberlo@bacas.nl

KvK: 68913176
BTW: 857644907B01
Bank: NL76ABNA0247440663

Route


Tweets