Actueel


Baumgardt Strafcassatie Advocatuur



We houden u graag op de hoogte over de ontwikkelingen binnen
het straf(cassatie)recht.








Neem vrijblijvend contact op


Tegenwerken van justitie?



6 oktober 2021 - Indien de politie het vermoeden heeft dat een verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd wil de politie natuurlijk zo snel mogelijk die verdachte aanhouden. Medewerking van het publiek is dan handig. Af en toe zoekt de politie dan ook actief de publiciteit om de verblijfplaats van een verdachte te achterhalen.

Het zou voor de politie mooi zijn indien familieleden of vrienden van een verdachte, die volgens de politie weten waar een verdachte zich schuil houdt, genoodzaakt kunnen worden die schuilplaats bekend te maken.
In een zaak, waarin een vriend van een verdachte A. filmpjes en vlogs maakte met en van een ondergedoken A., heeft de politie die vriend benaderd. De vriend verklaard op vragen van de politie niet te weten waar A. uithing. Volgens de politie was dat gelogen. De officier van justitie besloot vervolgens de vriend te vervolgen wegens overtreding van art. 189 Sr. Dat artikel stelt onder meer strafbaar het opzettelijk verbergen van een verdachte of hem behulpzaam zijn in het ontkomen aan de nasporing of aanhouding door de politie.

Het hof veroordeelde de vriend. Volgens het hof had de vriend door het bewust afleggen van een valse verklaring en het maken van filmpjes en vlogs ‘op grappende en grollende wijze’ A. gesterkt in zijn overtuiging om ondergedoken te blijven.

De vriend werd vervolgens veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk.
Tegen deze veroordeling werd cassatie ingesteld. In cassatie is onder meer betoogd dat de vriend zich niet aan het ten laste gelegde schuldig had gemaakt. Daarbij is onder meer gewezen op de wetsgeschiedenis, waaruit volgt dat dat er geen plicht bestaat om iemand te verraden, maar wel om zich te onthouden van tegenwerking van justitie.

De verdediging werd bijgevallen door de advocaat-generaal bij de Hoge Raad. Deze stelde vast dat uit de verklaring van de vriend kan worden afgeleid dat hij heeft gelogen over zijn recente contacten met A., maar hij geen onjuiste informatie heeft gegeven over de verblijfplaats van die A. Het hof heeft uit de verklaring van de verdachte slechts kunnen afleiden dat hij bewust onjuist heeft verklaard over zijn wetenschap van de verblijfplaats van A. Ook uit de inhoud van de verklaringen van de verdachte niet volgt dat hij A. behulpzaam was in het ontkomen aan de nasporing of aanhouding door politie en justitie. Hij was alleen niet behulpzaam bij die nasporing, maar dat is iets anders dan het behulpzaam zijn bij het onderduiken e.d. Ook de advocaat-generaal wees daarbij naar de wetsgeschiedenis van de strafbaarstelling, waaruit volgt dat er geen plicht bestaat om iemand te verraden, maar wel om zich te onthouden van tegenwerking van justitie.

Dat de politie/openbaar ministerie het goed uitkomt dat een vriend van een ondergedoken verdachte de politie informeert over de verblijfplaats, betekent niet dat die vriend kan worden verweten zich aan een strafbaar feit schuldig te maken indien deze dat nalaat. Opsporing kent grenzen.

De conclusie is hier gepubliceerd.

De Hoge Raad verwacht uitspraak te doen op 23 november 2021.







Terug naar overzicht



Plaats een bericht


CAPTCHA Image


Contact


Baumgardt Strafcassatie Advocatuur
Vasteland 78
3011 BN Rotterdam

Telefoon: 010 3100 270
Fax: 010 3100 274

E-mail: info@bacas.nl
E-mail mr. Baumgardt: baumgardt@bacas.nl
E-mail mr. Van Berlo: vanberlo@bacas.nl

KvK: 68913176
BTW: 857644907B01
Bank: NL76ABNA0247440663

Route


Tweets