Actueel


Baumgardt Strafcassatie Advocatuur



We houden u graag op de hoogte over de ontwikkelingen binnen
het straf(cassatie)recht.








Neem vrijblijvend contact op


Vergissing of leugen en/of bewijsmiddel?



Niet alleen politici maken zich schuldig aan het vertellen van leugentjes. Ook in strafzaken vertellen betrokkenen niet altijd de waarheid. Uitgangspunt is dat een rechter alleen juiste en betrouwbare verklaringen als bewijsmiddel gebruikt. Als een rechter van mening is dat een aangever of getuige niet naar waarheid heeft verklaard, zal deze verklaring dan ook niet als bewijsmiddel kunnen worden gebruikt. Wie van mening is dat om deze reden een leugenachtige verklaring van een verdachte ook niet als bewijsmiddel kan worden gebruikt, heeft het mis.

Eerder heeft de Hoge Raad geaccepteerd dat een kennelijk leugenachtige verklaring van een verdachte als bewijsmiddel kan worden gebruikt. Wel stelt de Hoge Raad daaraan een aantal eisen. Dat een verklaring leugenachtig is kan alleen gebaseerd worden op andere bewijsmiddelen dan de verklaringen van verdachte. Indien een verdachte eerst A beweert en in een latere verklaring B, dan zijn deze verklaringen tegenstrijdig. Een van deze verklaringen kan berusten op een leugen, maar de conclusie dat die verklaring kennelijk leugenachtig is en dus als bewijsmiddel kan worden gebruikt, is (zonder aanvullend bewijs) dus niet mogelijk.

Een leugenachtige verklaring van een verdachte kan daarnaast alléén als bewijsmiddel worden gebruikt wanneer de rechter op grond van die andere bewijsmiddelen tot de conclusie kan komen dat die leugenachtige verklaring juist erop gericht was om het tenlastegelegde daderschap te bemantelen. Indien een verdachte bijvoorbeeld liegt omdat hij niet wil dat zijn vrouw erachter komt waar hij op een bepaald tijdstip is geweest, kan die kennelijk leugenachtige verklaring niet tot het bewijs worden gebezigd.
Op 30 december 2015 heeft het hof Amsterdam een verdachte veroordeeld voor opzetheling van een laptop. In het arrest heeft het hof onder meer aangegeven dat de laptop op 4 februari 2014 vanuit een woning was gestolen terwijl dat de verdachte op 14 juli 2014 tegenover de politie verklaarde dat hij de laptop ‘ongeveer 8 maanden’ in zijn bezit had. Deze verklaring heeft het hof als kennelijk leugenachtig aangemerkt en (vervolgens) als bewijsmiddel gebruikt.

In cassatie is betoogd dat het hof ten onrechte de verklaring als bewijsmiddel heeft gebruikt, nu uit deze verklaring niet kan worden afgeleid dat de verdachte die verklaring heeft afgelegd om te bemantelen dat hij van de illegale herkomst van de laptop op de hoogte was. Daarbij is ook gewezen op het feit dat de verdachte aanvankelijk bij de politie verklaarde niet meer te weten hoe lang hij de laptop in zijn bezit had en vervolgens, pas na doorvragen van de politie, verklaarde dat hij de laptop ongeveer 8 maanden in zijn bezit had.

Volgens Advocaat-Generaal Machielse kan de verklaring van de verdachte op een vergissing berusten. Maar ook als de verdachte doelbewust onwaarheid heeft gesproken over het tijdstip waarop hij de laptop verwierf, dan volgt daar volgens hem nog niet noodzakelijkerwijs uit dat de leugen is verteld om te verhullen dat de verdachte wist dat de laptop van diefstal afkomstig was.

Op 20 februari 2018 heeft de Hoge Raad het advies van de Advocaat-Generaal gevolgd en de uitspraak van het hof Amsterdam vernietigd, zodat de zaak naar het hof Amsterdam is teruggestuurd. Klik hier voor het arrest.







Terug naar overzicht



Plaats een bericht


CAPTCHA Image


Contact


Baumgardt Strafcassatie Advocatuur
Vasteland 78
3011 BN Rotterdam

Telefoon: 010 3100 270
Fax: 010 3100 274

E-mail: info@bacas.nl
E-mail mr. Baumgardt: baumgardt@bacas.nl
E-mail mr. Van Berlo: vanberlo@bacas.nl

KvK: 68913176
BTW: 857644907B01
Bank: NL76ABNA0247440663

Route


Tweets