Indien zulks het geval was geweest kon op basis van de samenloopbepalingen een hogere straf worden opgelegd, aangezien het hof in dat geval voor iedere overtreding straf had kunnen opleggen. Hiervan is echter geen sprake zodat het hof ten onrechte een hogere straf heeft opgelegd dan het toepasselijke strafmaximum, aldus mr. Vegter.
Volgens de Advocaat-Generaal kan de Hoge Raad het gebrek niet zelf afdoen door verdachte te veroordelen tot hechtenis voor de duur van twee maanden. Daartoe voert de A-G aan dat in het arrest geen aanknopingspunten te vinden zijn waaruit blijkt dat het hof kennelijk twee maanden hechtenis heeft willen opleggen.
De Hoge Raad heeft in het arrest geoordeeld dat de strafoplegging in strijd is met artikel 5 en 177 WvW, zodat de Hoge Raad het arrest van het hof wat betreft de strafoplegging vernietigt en de zaak terugverwijst naar het hof.
Het arrest is
hier te raadplegen.